woensdag 25 maart 2009

De meest hoogmoedige en leugenachtige minuut


In de een of andere uithoek van het in talloze zonnestelsels flonkerend uitgegoten heelal was eens een planeet waar schrandere dieren het kennen uitvonden. Dat was de meest hoogmoedige en leugenachtige minuut van de ‘wereldgeschiedenis’, maar toch niet meer dan een minuut. Na enkele ademtochten van de natuur verstarde de planeet en de schrandere dieren moesten sterven. – Zo zou iemand een fabel kunnen verzinnen en zou toch niet voldoende geïllustreerd hebben, hoe beklagenswaardig, schimmig en vluchtig, hoe doelloos en willekeurig het menselijk intellect binnen de natuur aandoet; er zijn eeuwigheden geweest dat het er niet was; als het er weer mee gedaan is, zal er niets voorgevallen zijn. Want er is voor dit intellect geen andere missie die verder reikt dan het menselijk leven. Integendeel, het is menselijk, en alleen de bezitter en voortbrenger ervan vat het zo pathetisch op, alsof het de spil is waar de wereld om draait. Maar als we met de mug zouden kunnen communiceren, zouden we te horen krijgen dat ook die met hetzelfde pathos door de lucht vliegt en zichzelf het vliegend centrum van deze wereld voelt. Er is niets zo verwerpelijk en nietig in de natuur of het wordt door een kleine inblazing van die kracht van het kennen direct als een ballon opgeblazen; en zoals elke lastdrager zijn bewonderaar wil hebben, zo gelooft de meest trotse mens, de filosoof, vanaf alle kanten de ogen van het heelal telescopisch op zijn handelen en denken gericht te zien.

[Friedrich Nietzsche, Over waarheid en leugen in buiten-morele zin]

Geen opmerkingen: