donderdag 11 december 2008

Al wat schittert en licht geeft

Jan Vermeer - Gezicht op Delft

“Indien al de weg, die, naar ik aantoonde, daarheen leidt, zeer bezwaarlijk lijkt te zijn, hij kan nochtans worden gevonden. En voorzeker, wèl moet het moeilijk zijn, wat men zò zelden aantreft. Want indien de redding voor het grijpen lag en zonder grote inspanningen was te bereiken, hoe was het dan wel mogelijk dat zij door bijkans iedereen wordt voorbij gezien? Maar àl wat schittert en licht geeft is even moeilijk als zeldzaam”
(Spinoza, Ethica Vde deel, Slot).

In 1632 werden de schilder Vermeer en de filosoof Spinoza in Nederland geboren. De een bracht zijn leven door in Delft, de ander in Amsterdam en Den Haag. Het is zeker gewaagd te stellen dat er naast deze uiterlijke verwantschap tussen beide mannen een zekere verwantschap in hun werk bestaat. En toch kunnen Vermeers schilderijen de idee van de substantie, in relatie met dat alles een is, zeer indrukwekkend tot uitdrukking brengen: de ruimte van deze schilderijen lijkt een blik te geven op alle ruimten als zodanig en het licht erin wordt niet substantieel gescheiden van dat wat het belicht.
"Determinatio est negatio" zegt Spinoza, determineren is negeren. Elk begrip wordt door zijn verschillend zijn van andere begrippen bepaald, door dat wat het 'niet' is. Het neemt alleen door zijn plaats binnen het geheel een duidelijke vorm aan, het geheel is er vóór de entiteit. En zo zijn ook de door Vermeer geschilderde dingen niet vanuit de blokkendoos samengesteld, maar lijken uit de totaliteit van het beeldvlak op te doemen in het licht, de geschilderde lichtpunten ordenen hun betekenis slechts aan het geheel.

Geen opmerkingen: