dinsdag 30 december 2008

De slaap (3) - inslapen


"Trois heures du matin. Je perçois cette seconde, et puis cette autre, je fais le bilan de chaque minute. Pourquoi tout cela? - Parce que je suis né.
C'est d'un type spécial de veilles que dérive la mise en cause de la naissance."
(E. Cioran, De l'inconvénient d'être né.)

De schrijver Cioran kon onmogelijk de slaap vinden, omdat hij weigerde zich te verzoenen met het menselijk bestaan, omdat hij als een razende bleef tekeergaan tegen de wereld. Het voldongen feit van geboren te zijn vervloekte hij als de meest gruwelijke gebeurtenis die hem was overkomen. Gevoelens van ontevredenheid en verbolgenheid, van opstandigheid en woede palmden zijn gemoed in. Over de situatie van 'er te zijn' - een situatie die hij niet zelf had gekozen - kon zijn gemoed onmogelijk tot rust en berusting komen.

In Nietzsches Aldus sprak Zarathoestra is Zarathoestra slechts bereid om in te slapen wanneer zijn walging voor de wereld en haar bewoners is weggevallen. Hij legt zich slechts neer in het 'bonte gras' op het ogenblik van de middag, wanneer de zon in het zenit staat. Op het ogenblik dat de zon haar hoogste punt aan het uitspansel heeft bereikt, wordt de aarde stil, rond, rijp, gouden en volmaakt. De slaap komt slechts nadat Zarathoestra eerst urenlang aan goede dingen heeft gedacht en elk verlangen, elke 'kleine dorst' is vergeten. Het bestaan drukt hem niet meer teneer, maar is zo vederlicht dat het zelfs zijn ogen niet dichtdrukt: "Zoals een teer briesje, ongezien, danst op een spiegelgladde zee, licht, verderlicht: zo - dans de slaap op mij." Wie inslaapt heeft zich met het bestaan verzoend, of althans toch met een bestaan zoals dat zich hier en nu aandient aan de bijziende aandacht van wie in slaap valt. Stilzwijgend heeft hij of zij er 'ja' tegen gezegd.

Geen opmerkingen: