dinsdag 30 december 2008

De slaap (2)


Behalve enkele notoire uitzonderingen treffen we in de filosofische traditie eenzelfde negatief oordeel over de slaap aan. Volgens Aristoteles is de slaap niet enkel de tegenpool maar ook de afwezigheid van waken, zoals de ziekte de afwezigheid van gezondheid, de lelijkheid die van schoonheid, de blindheid die van het zicht en de doofheid die van het horen is. Alhoewel de slaap noodzakelijk tot elk levend wezen behoort, is het toch vooral een onvermogen om wakker te blijven, om zonder onderbreking actief te zijn. Onze zintuigen zijn dan geketend en tot stilstand gekomen. De homo erectus die in slaap valt, is als iemand die een aanval van vallende ziekte heeft. Pas met het ontwaken bevrijdt hij zich van deze ketenen. Als hij wakker is, neemt hij opnieuw waar. Hij richt zich op en komt weer in beweging.

Augustinus plaatst een dergelijk oordeel binnen een christelijke levensvisie. Zijn poging om de lezer van zijn boek tot het ‘rechte geloof’ aan te sporen is tegelijk een oproep om wakker te worden. Wanneer de mens waakt kan hij weerstand bieden aan de ‘wellustige aandoeningen’ die op hem toekomen. Hij is in staat om droombeelden als dwaling af te wijzen. Tijdens de slaap sluit de waakhond van het verstand echter zijn ogen, en blijft de slapende onbeschermd achter. Om deze reden verdient “naar het gezonde oordeel van alle mensen de wakende toestand de voorkeur”. Een zondaar die door begeerte geketend is, lijkt op een mens die door slaap bevangen is. Het zich bevrijden van deze boeien vergelijkt Augustinus met het van zich afschudden van de slaap.

Met Kant verandert opnieuw het filosofisch landschap. Wat echter niet verandert is de negatieve waardering van de slaap. Volgens Kant bevindt de traditionele metafysicus zich in een toestand van ‘dogmatische sluimer’, terwijl de kritische, moderne filosoof hieruit ontwaakt is. Kant verbindt hiermee slapen met inbeelding en waken met objectieve kennis. Hij gaat er (dogmatisch?) van uit dat de slaap dogmatisch terwijl het wakker zijn kritisch is. Toch is het allerminst duidelijk wat de slaap te maken heeft met het blijven vasthouden aan een bepaalde overtuiging, omdat niet enkel de kritiek maar evenzeer dogmatiek houdingen zijn die uitsluitend voor het wakende bewustzijn kenmerkend zijn.

Geen opmerkingen: