maandag 29 december 2008

De slaap (1)


In de romans Les Catilinaires van Amélie Nothomb verdedigt de kwaadaardige dokter Bernanos de overtuiging dat wie de slaap niet kan vinden, blijkt geeft van een schromelijk gebrek aan wilskracht. Omdat volgens hem de wil bergen kan verzetten, is het inslapen te vergelijken met het overschrijden van een molshoop. Deze taak mag voor niemand een serieuze moeilijkheid opleveren en zeker niet voor de wilskrachtige mens voor wie zoiets kinderspel is. In de roman The House of Sleep van Jonathan Coe verkondigt de megalomane dokter Dudden de overtuiging dat wie slaapt, een mensonwaardig bestaan lijdt. De slaper is louter de speelbal van de hem omgevende krachten. Omdat tijdens de slaap elk kritisch bewustzijn is weggevallen, bevindt hij zich in een toestand van mentale vervreemding. Hierom wil deze dokter met alle mogelijke middelen deze verderfelijke gewoonte uit het bestaan bannen; en wanneer dit niet lukt, moet de mens in ieder geval proberen de slaaptijd tot het uiterste te beperken. Dat deze houding niet louter een hersenspinsel van de een of andere romanschrijver is, zien we onder meer bij Frederik de Grote van Pruisen die tijdens de hoogtijdagen van de Verlichting een ontwenningskuur ondernam om verlost te zijn van deze mensonterende verslaving van iedere nacht.

Alhoewel de manier waarop de artsen in de romans van Nothomb en Coe tussenbeide willen komen in het slaapgedrag duidelijk verschillend is, stemmen ze toch op tenminste een punt wonderwel overeen: de mens is pas werkelijk mens wanneer hij bekwaam is om de slaap naar zijn ijzeren wil te zetten. Beiden gaan uit van de onderliggende en meer algemene opvatting dat de mens, met de inzet van de wil, in principe een ongelimiteerde macht over zichzelf en de dingen kan verkrijgen. Het is niet toevallig dat telkens een geneesheer deze overtuiging verkondigt. In onze maatschappij staat immers de geneeskunde symbool voor een onstuitbare zegetocht van de wetenschap naar een volledige beheersing van de werkelijkheid. Op haar hebben we onze hoop gevestigd om ons te bevrijden van de gesels van ziekte en dood.

Geen opmerkingen: