vrijdag 6 februari 2009

Bewustzijnsspectrum

Ken Wilber

Ken Wilber vericht veel werk op het gebied van de transpersoonlijke psychologie. Om recht te doen aan de hogere, transpersoonlijke bewustzijnsniveaus van de mens, ontwierp hij een omvattend model van het bewustzijn, dat hij het spectrum van bewustzijn noemde. Net als een elektromagnetisch spectrum heeft dit spectrum verschillende ‘banden’. Op ieder niveau kent het bewustzijn grenzen (tussen ‘ik’ en ‘niet-ik’), behalve op het hoogste niveau, ‘eenheidsbewustzijn’, ook wel ‘Geest’ of ‘Universum’ genoemd (op dit niveau vallen alle onderscheidingen weg en is slechts eenheid, totaliteit). De lagere niveaus zijn te beschouwen als inperkingen van het eenheidsbewustzijn, als steeds engere identificaties. Op het laagste niveau identificeert men zich met de persona (tegenover zijn ‘schaduw’), dan met zijn ego (tegenover het lichaam), vervolgens met zijn totale organisme (tegenover de buitenwereld).

Het bewustzijnsspectrum volgens Ken Wilber


Wat wij het gewone waakbewustzijn noemen is dus in feite niets anders dan een verenging, een reductie van het eenheidsbewustzijn. Al eerder stelde de Franse filosoof Henri Bergson dat het oorspronkelijke, ruimere bewustzijn is verengd omwille van het dagelijks bestaan. De hersenen hebben hierbij waarschijnlijk een beperkende, selectieve functie. Dit eenheidsbewustzijn is een soort oertoestand van het bewustzijn, oneindig, onbegrensd, voorbij alle tegenstellingen en dualiteit. Bewustzijnsverruiming houdt dan in dat men steeds meer identificaties laat vallen, totdat uiteindelijk alle grenzen wegvallen en men één wordt met het Zijn, de totaliteit van het bestaan. Wilber legt er de nadruk op dat dit hoogste bewustzijn geen apart niveau naast de andere niveaus is, maar deze allemaal omvat. Het doordringt alle toestanden van het bewustzijn en is steeds hier en nu aanwezig, dus ook in de toestand van mij terwijl ik dit schrijf en van u die dit leest.

Dit houdt tevens in dat wat in het westen als het hoogste wordt beschouwd – de autonome, in zichzelf besloten persoonlijkheid – grotendeels een ‘persoonlijke constructie’ (Robert Ornstein) is, sterk geconditioneerd door de cultuur en opvoeding. Volgens Ornstein is de voornaamste functie van ons gewone waakbewustzijn, ons denken, ons beperkte ego overstijgen. Maar de meesten van ons wagen zich niet aan dit avontuur. Er komt dan af en toe iemand die er met veel moeite in geslaagd is om dit hogere bewustzijn te realiseren en deze zegt ons dat wij in slaap zijn en dat wij de werkelijkheid vertekend zien, dan is dat zó bedreigend dat wij zo iemand uitlachen of hem als gestoord beschouwen. Zo herhaalt zich dan het verhaal van Plato’s grot. De gedachte dat wij als mensheid in een soort collectieve psychose verkeren, is voor de meesten van ons moeilijk te verdragen. En toch is zij niet irreëel, als wij in de wereld van vandaag rondkijken en het oorlogsgeweld en militarisering zien, de macabere politieke machtsstrijd, de verwoesting van de natuur, het vele geweld, de talloze conflicten, het aantal zelfmoorden, enz.

Robert Ornstein brengt in zijn werk The Psychology of Consciousness naar voren dat de beide hersenhelften gespecialiseerd zijn. De linkerhersenhelft is gespecialiseerd in analytisch en logisch denken en is de zetel van ons taalvermogen, terwijl de rechterhelft meer op eenheid en samenhang zou zijn gericht, meer holistisch en intuïtief werkt en te maken heeft met oriëntatie in de ruimte, kunstzinnige activiteiten, lichaamsbeleving en dergelijke (Gestalt). Nu schijnt dit model volgens latere onderzoekers niet helemaal te kloppen, maar wél maakt het ons bewust van een eenzijdigheid van onze cultuur, waarin rationeel denken immers zo’n overheersende rol speelt. Ornstein pleitte daarom voor een evenwichtige bewustzijnsvorm, waarin ratio en intuïtie zijn geïntegreerd. Andere onderzoekers leggen meer de nadruk op het verschil tussen de buitenkant van de hersenen – met de neocortex of hersenschors – en de binnenkant – de thalamus, die in het verlengde van het ruggenmerg ligt. De hersenschors is vanuit de evolutie gezien het laatst ontwikkeld, en deze zou verantwoordelijk zijn voor het discursieve denken, en daarmee dus ook voor de explosieve ontwikkeling van wetenschap en techniek gedurende de laatste eeuwen. De eenzijdigheid en gevaren van deze ontwikkeling worden de laatste jaren steeds duidelijker. Een tegenwicht kan alleen worden gevormd door andere bewustzijnsvormen een kans te geven, waarbij vooral de nadruk ligt op de inherente eenheid van het bestaande en de verwevenheid van alle levensvormen.

Geen opmerkingen: