vrijdag 6 februari 2009

Wijsheid van het lichaam (3) harmonie


Het begrip harmonie speelt de kernrol in de dynamiek van het immanente systeem. Harmonie is “Ausgleichung eines ganzen”. In een dynamisch systeem betekent het echter niet: (statisch) evenwicht, maar beweging die zich handhaaft rond een bepaalde “actielijn”. Als, bijvoorbeeld, het lichaam handelingen uitvoert (bv. gaan) dan verstoort het onophoudend zijn evenwichtstoestand, maar kan deze handelingen slechts uitvoeren door compensatie van de verstoring, waardoor een gerichte dynamiek ontstaatOp het niveau van het puur materiële wordt deze harmonie gerealiseerd door de vier fundamentele krachten (die misschien ooit tot één enkele kracht zullen herleid worden). Het resultaat van dit “Ausgleichungsprozess” is onze kosmos, die nog altijd op zoek is naar het ultieme evenwicht, dat in een open heelal in een punt omega moet liggen, in een gesloten heelal in het punt alfa (big crunch), Maar waar de vrije energie is ontstaan, zoals op onze aarde, is de harmonie een veel delikatere zaak. In het Orfisme en het Pythagoreïsme leidde men het begrip af uit de muziek, waar het nog altijd een grote rol speelt. Deze harmonie berust op mathematische gronden, en heeft dus een rationele grondslag. Anderzijds geven harmonische klanken ons een gevoel van welbehagen en ontroering, daarbij de mysterieuze band tussen rationaliteit en emotionaliteit onderlijnend. Maar het begrip harmonie ontstond ook in de geneeskunde als de idee van een reticulaire causale samenhang, die zeer verschillende organen en hun functies tot samenklank brengt. De hippocratische geneeskunde steunt zich op het principe van σύμπνοια πάντα sympnoia panta, d.i. alles is “samen-ademend”, alles is in con-spiratie, πνοιά van πνέω wijst op de werking van πνεΰμα, dat wijst op het energetisch systeem. De eerste interpretatie van harmonie heeft betrekking op gebonden energie, bijvoorbeeld op de fysische trilling van snaren; de tweede op vrije energie van een biologische structuur die op daden (karma) gericht is. De eerste vorm van harmonie stelt zich automatisch in als men de natuurkrachten hun vrije gang laat gaan, de tweede vorm is steeds bedreigd door de transcendente ruimte, waarvan de vrije energie verstorend kan werken op de immanente harmonie. Nu is deze graad van vrijheid bij de dieren zo gering, dat wij nog steeds van een natuurlijke harmonie kunnen spreken: een spontaan tao-ritme. Maar binnendringen in de transcendentie vraagt waakzaamheid ten aanzien van deze spontane harmonie. Het lichaam neemt deel aan het rationaliteitsproces waardoor het in een technisch-kunstmatige wereld terecht komt en aan nerveuse functionele storingen gaat lijden. De energetische soepelheid van het lichaam heeft tot gevolg dat het een zekere druk kan verdragen, maar er zijn duidelijk grenzen aan dit draagvermogen gesteld. Dit wordt overduidelijk aangetoond door het toenemend aantal beschavingsziekten, dat momenteel nagenoeg 1400 bedraagt. Zij zijn in wezen een gevolg van de rationalisering van het bestaan, die de emotionaliteit in de verdrukking brengt. Jonge mensen met een overschot aan energie zoeken hun toevlucht in het afreageren, waardoor overtollige energie afgevoerd worden, maar ook vaak in drugsgebruik, waardoor intense ego-intentionele ervaringen worden opgewekt. Daar waar geen drainering van energie mogelijk is, ontstaan psychosomatische ziekten, die men derhalve veel bij volwassenen aantreft.

Geen opmerkingen: