vrijdag 6 februari 2009

Wijsheid van het lichaam (1) homeostase


Een van de eenvoudigst observeerbare feiten omtrent de mens is, dat deze een organisme is dat een eenheid vormt. En toch wordt aan dit feit volkomen voorbijgegaan door vele traditionele scholen van de psychiatrie en de psychotherapie die, hoe ze hun benadering ook formuleren, nog altijd bezig zijn in de termen van de oude scheiding tussen lichaam en geest. (Dualisme) Ook in de psychosomatische geneeskunde blijft men gebonden aan de begrippen van causaliteit en een functionele ongesteldheid wordt daarin nog behandeld als een fysieke stoornis die veroorzaakt is door een psychische gebeurtenis.

We zien hoe de mens op twee kwalitatief verschillende niveaus kan functioneren: het niveau van het denken en het niveau van het handelen. We worden getroffen door de verschillen hiertussen en door hun ogenschijnlijke onafhankelijkheid van elkaar. En daarom onderstellen we dat het om kwesties van een verschillende orde gaat. Dan zijn we gedwongen het bestaan aan te nemen van de een of andere vooralsnog onontdekte structurele entiteit, de geest, die wordt beschreven als de zetel van de mentale activiteit. Sedert de ontwikkeling van de dieptepsychologie, voortkomende uit de observatie dat de mens niet zuiver een rationeel wezen is, wordt de geest, die voordien uitsluitend als de herkomst van de rede werd beschouwd, nu ook de zetel van het duistere onbewuste en een structuur die niet alleen aan het lichaam, maar ook aan zichzelf zijn wil kan opleggen. Bijgevolg kan de geest gedachten en herinneringen die hij onwelvoeglijk vindt, verdringen. Hij kan symptomen van de ene lichaamsstreek naar de andere verplaatsen. Hij is de kleine deus ex machina die ons in elk opzicht beheerst.

Laten we voor de wijsheid eerst in de leer gaan bij Nietzsche. Het bewuste is voor hem slechts van tweede rang, het lichaam is het “große Vernunft”. Zonder het lichaam, dat verankerd is in de wereld, vermag ons bewustzijn niets. Hebben wij, in het spoor van Nietzsche, al iets begrepen van de ontzettende wijsheid van het lichaam? Als ik zie hoe wij dit lichaam, in ons zoeken naar meer levensgeluk, onder enorme druk zetten, denk ik dat het antwoord negatief is.

In onze antropologische (en dus ook medische) traditie beschouwen wij het lichaam nog steeds als een machine, die gesmeerd loopt als elk onderdeel zijn specifieke functie vervult. Maar in feite is het lichaam een verbazende homeostasis, een dynamisme dat gebaseerd is op een reeks evenwichten die zich na elke verstoring – en deze komen onophoudend voor – weer instellen. “Wijsheid” is in onze beschaving omgeven met een romantisch-magisch aureool, maar “wijs” is van dezelfde stam als “weten”, en betekent op de eerste plaats weten hoe men handelen moet. Ons bewustzijn weet dit soms, op grond van ervaring of op grond van logica, maar het lichaam weet dit altijd uit zichzelf. Dit betekent dat het eigenlijk altijd zinvol op de omstandigheden reageert.

We gaan uit van de veronderstelling dat alle leven en gedrag worden bestuurd door wat we homeostase noemen. Het homeostatisch proces is het proces waardoor het organisme zijn evenwichtstoestand en daarmee zijn gezondheid onder wisselende omstandigheden handhaaft. Homeostase is dus het mechanisme waardoor het organisme zijn behoeften bevredigt. Aangezien zijn behoeften talrijk zijn en elke behoefte de toestand van evenwicht verstoort, gaat het homeostatische proces altijd door. Alle leven kenmerkt zich door dit voortdurende spel van evenwicht en afwezigheid van evenwicht. Wanneer het homeostatische proces in enige mate te kort schiet, wanneer het organisme te lang evenwicht ontbeert en niet in staat is aan zijn behoeften te voldoen, is het ziek. Het organisme sterft, wanneer het homeostatische proces in gebreke blijft. Een voorbeeld: Opdat het organisme zich in een goede gezondheid bevindt, moet ook het watergehalte van het bloed op een bepaald niveau worden gehouden. Als het onder dat niveau daalt, worden zweten, speekselafscheiding en urine-uitscheiding verminderd en geven de lichaamsweefsels iets van hun water af aan de bloedbaan. Het lichaam ziet erop toe, dat het gedurende zo’n noodsituatie zuinig met water is. Dat is de fysiologische kant van het proces. Maar wanneer het watergehalte van het bloed op een te laag peil komt, voelt men dorst. Men doet dan wat men kan om de noodzakelijke balans te handhaven. Men gaat water drinken. De fysiologische term voor waterverlies is dehydratatie, sensorisch wordt het als dorst gevoeld, met als symptomen een droge keel en een onrustige gevoel; en psychologisch wordt het gevoeld als de wens om te drinken. Een ander voorbeeld: Het menselijk lichaam functioneert alleen doelmatig als het bloedsuikerniveau binnen bepaalde grenzen wordt gehouden. Als het bloedsuikergehalte onder deze grenzen daalt, scheidt de bijnierschors adrenaline af; de adrenaline doet de lever zijn voorraad glycogeen omzetten in suiker; deze suiker gaat over in het bloed en doet het bloedsuikerniveau stijgen. Dit alles doet zich voor op een zuiver fysiologische basis; het organisme is zich niet gewaar van wat er gebeurt. Maar een daling van het bloedsuikerniveau heeft nog een ander effect. Het gaat ook gepaard met de gewaarwording van honger en het organisme voorziet in zijn gebrek aan voldoening en evenwicht door te eten. Omwille van het eten vereist het homeostatische proces een gewaar-zijn en de een of andere opzettelijke handeling van het organisme. Als het bloedsuikerniveau overmatig stijgt, scheidt de pancreas meer insuline af en dit maakt dat de lever suiker uit het bloed verwijdert. Ook de nieren helpen deze overmaat te verwijderen; er wordt suiker in de urine uitgescheiden. Deze processen zijn evenals de eerste zuiver fysiologisch. Bij een chronisch tekort schieten van de homeostase dat een constante overmaat aan bloedsuiker tot gevolg heeft, is suikerziekte. Het systeem van de suikerzieke kan klaarblijkelijk zichzelf niet regelen. De patiënt kan ingrijpen door kunstmatig via injecties insuline toe te voegen. Dit brengt het bloedsuikergehalte tot het juiste peil terug. We zouden het homeostatische proces het proces van de zelfregulering kunnen noemen, het proces waardoor het organisme een wisselwerking onderhoudt met zijn omgeving.

Het organisme heeft naast fysiologische, ook psychologische contactbehoeften; het voelt deze elke keer als het psychologische evenwicht wordt verstoord, net zoals de fysiologische behoeften – steeds als het fysiologische evenwicht wordt verstoord – worden gevoeld. Aan deze psychologische behoeften wordt tegemoet gekomen door middel van wat we de psychologische tegenhanger van het homeostatische proces zouden kunnen noemen. Laat ik er echter heel duidelijk over zijn, dat dit psychologische proces niet van het fysiologische kan worden losgekoppeld ; dat ze elementen van elkaar bevatten.

Geen opmerkingen: