zondag 8 februari 2009

Kosmopolis

De ideale stad, paneelschildering, toegeschreven aan Piero della Francesca, Palazzo ducale, Urbino

In zijn werk Kosmopolis brengt Stephen Toulmin de cartesiaanse vraag naar zekerheid in verband met een theorie-centrische stijl van filosoferen, dat wil zeggen een stijl waarin problemen worden gesteld en oplossingen worden gezocht in tijdloze, universele termen. Toulmin beschrijft het ‘nieuwe denken’ van Descartes als reactie op het humanistische denken van bijvoorbeeld Desiderius Erasmus (geb. 1467), François Rabelais (geb. 1467) en Michel de Montaigne (geb. 1533) Als het onderzoeksprogramma van de filosofie na de jaren 1640 vergeleken wordt met dat van een eeuw eerder, zijn er aanzienlijke veranderingen te ontdekken. In de zestiende eeuw hadden theoretische vragen een tegenwicht in de bespreking van concrete, praktische problemen Vanaf 1600 leggen de meeste filosofen zich echter toe op abstracte, universele theoretische vragen, onder uitsluiting van dergelijke praktische problemen. Er vindt een overgang plaats van een stijl van filosoferen waarbij de aandacht evenzeer uitgaat naar vragen van de plaatselijke, tijdgebonden praktijk als van een universeel, tijdloze theorie, naar een stijl waarbij zaken van een universele, tijdloze theorie het exclusieve recht krijgen op een plaats op de agenda van de ‘filosofie’
Een van de bedoelingen van de zeventiende eeuwse filosofen was al hun vragen te gieten in termen die ze context-onafhankelijk maakten. Met Descartes en zijn tijdgenoten ontstond er een verwijdering van praktische, lokale, tijdelijke en contextgebonden problemen van de zestiende eeuwse humanisten en werd vervangen door een abstracte, tijdloze, universele en contextvrije problemen. Toulmin zet in Kosmopolis de context-onafhankelijkheid, die vaak aan het werk van Descartes toegeschreven wordt in een nieuwe context. Zo brengt hij de cartesiaanse vraag naar zekerheid in verband met de sociaal-culturele achtergronden van de 16de en 17de eeuw. Descartes leefde in de tijd van de allesverwoestende Dertigjarige Oorlog, een bloedige godsdienstoorlog die Europa verscheurde. Toulmin probeert het denken van Descartes dan ook te begrijpen als antwoorden op de toenmalige crisis. De ‘speurtocht naar zekerheid’ van de 17de eeuwse filosofen was niet louter een poging abstracte, tijdloze intellectuele schema’s te construeren, te voorschijn getoverd als het resultaat van zuiver, onbevooroordeeld wetenschappelijk onderzoek. Nee, het was volgens Toulmin een tijdgebonden antwoord op een specifieke historische uitdaging, namelijk de politieke, sociale en theologische chaos van de Dertigjarige Oorlog.

Geen opmerkingen: