vrijdag 13 februari 2009

De hypothese van het somatische stempel


Stel u voor dat u vanbinnen een onaangenaam gevoel krijgt als u zich de negatieve gevolgen van een bepaalde responsselectie voorstelt, hoe vluchtig ook. Omdat dat gevoel lichamelijk is, en omdat het ‘zijn stempel drukt’ op een voorstelling kunnen we dit een somatische stempel noemen.

Wat doet het somatische stempel? Het richt uw aandacht op de mogelijke negatieve gevolgen van een bepaalde actie en functioneert als een automatisch alarmsignaal dat zegt: pas op, want er dreigt gevaar als je de mogelijkheid met deze gevolgen kiest.

Somatische stempels zullen voor normale menselijke beslissingen niet altijd toereikend zijn, en in veel gevallen, zij het niet alle, volgt er dan ook een proces van redenering en een uiteindelijke selectie. Somatische stempels vergroten waarschijnlijk de nauwkeurigheid en doeltreffendheid van de besluitvorming. Het ontbreken van somatische stempels gaat ten koste van de nauwkeurigheid en doeltreffendheid. De hypothese van het somatische stempel zegt niets over de denkstappen die op de somatische bestempeling volgen. Somatische stempels nemen geen beslissingen voor ons, ze helpen ons bij onze beslissingen door bepaalde mogelijkheden (zowel gunstige als ongunstige) uit te lichten, zodat we die alvast niet meer hoeven te overwegen.

Somatische stempels worden geboren met de machinerie van de primaire emoties, d.w.z. met de neurale machinerie die ervoor zorgt dat bepaalde soorten prikkels lichamelijke toestanden teweegbrengen. De meeste somatische stempels zijn ontstaan doordat onze hersenen tijdens onze opvoeding en socialisatie specifieke soorten prikkels aan specifieke soorten lichamelijke toestanden koppelen. Somatische stempels worden dus door ervaring verworven, onder de controle van een inwendig systeem van voorkeuren en onder invloed van uitwendige omstandigheden, waartoe niet alleen eenheden en gebeurtenissen behoren waarmee het organisme in wisselwerking moet treden, maar ook sociale gebruiken en ethische regels.

De neurale basis voor het inwendige systeem van voorkeuren bestaat uit merendeels aangeboren disposities voor de regulatie die de overleving van het organisme moet waarborgen. De overleving valt samen met zo min mogelijk onplezierige lichaamstoestanden en zoveel mogelijk homeostatische toestanden of functioneel evenwichtige biologische toestanden.

“David Hume, die zich terdege bewust was van de waarde van emoties, zou het waarschijnlijk niet oneens zijn met de bovenstaande ideeën, en ook Pascal, die zei dat ‘het hart redenen heeft waarvan de rede geen weet heeft’, zou mijn uiteenzetting misschien geloofwaardig vinden. Ik ben zo vrij zijn uitspraak aan te passen: het organisme heeft redenen waarvan de rede gebruik moet maken. Het lijdt geen twijfel dat het proces meer behelst dan de redenen van het hart. Ten eerste kunnen we met de instrumenten van de logica de geldigheid van de selecties waaraan onze voorkeuren hebben bijgedragen, controleren. Ten tweede kunnen we de redenen van het hart overstijgen door de strategieën van deductie en inductie op snel beschikbare verbale stellingen toe te passen.”
[Antonio Damasio, De vergissing van Descartes: Gevoel, verstand en het menselijk brein]

Geen opmerkingen: