Ons dagelijks leven wordt gebombardeerd door toevalligheden, juister gezegd: door toevallige ontmoetingen met mensen en door gebeurtenissen die men coïncidentie noemt. Co-incidentie betekent dat twee onverwachte gebeurtenissen tegelijkertijd plaatsvinden, dat ze elkaar treffen: Tomas verschijnt in een restaurant en tegelijkertijd klinkt muziek van Beethoven. Het merendeel van zulke coïncidenties valt ons helemaal niet op. Wanneer in het restaurant de plaatselijke slager in plaats van Tomas aan tafel zou zitten, zou Teresa zich niet realiseren dat Beethoven uit de radio klinkt (al is de ontmoeting van Beethoven met de slager ook een interessante coïncidentie). De naderende liefde heeft in haar echter het gevoel voor schoonheid verscherpt en ze zal die muziek nooit meer vergeten. Telkens als ze die hoort, is ze ontroerd. Alles wat op dat moment om haar heen gebeurt verschijnt in de uitstraling van die muziek en is mooi.
Aan het begin van de roman die ze onder de arm hield toen ze bij Tomas kwam, ontmoet Anna Karenina Vronski onder merkwaardige omstandigheden. Ze staan op een perron waar iemand zojuist voor de trein is gesprongen. Aan het slot van de roman werpt Anna zich voor de trein. Deze symmetrische compositie met hetzelfde motief aan het begin en aan het slot zou je zeer ‘romanesk’ kunnen vinden. Ja, daar ben ik het mee eens, maar alleen op voorwaarde dat je het woord ‘romanesk’ niet verstaat als ‘bedacht’, ‘gekunsteld’, ‘niet uit het leven gegrepen’. Want mensenlevens zijn exact zo gecomponeerd.
Ze zijn gecomponeerd als een muziekstuk. De mens, geleid door zijn gevoel voor schoonheid, verandert een toevallige gebeurtenis (Beethovens muziek, dood op het station) in een motief dat voortaan in de compositie van zijn leven blijft. Hij keert ernaar terug, herhaalt het, wijzigt het en bouwt het uit als een componist het thema van zijn sonate. Anna had zich ook anders van het leven kunnen beroven. Maar het motief van het station en de dood, dat onvergetelijke, met de geboorte van de liefde verbonden motief, trok haar op het moment van wanhoop aan met zijn duistere schoonheid. Zonder het te weten componeert men zijn leven volgens de wetten van de schoonheid, ook in tijden van de diepste wanhoop.
Je kunt dus niet een roman verwijten dat die gefascineerd is door het mysterieuze samenkomen van toevalligheden (zoals het samenkomen van Beethoven, Tomas, Tereza en de cognac), maar je kunt de mens terecht verwijten dat hij in zijn leven van alledag blind is voor dergelijke toevalligheden, waardoor zijn leven de dimensie van schoonheid verliest.
[Milan Kundera, De ondraaglijke lichtheid van het bestaan]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten