Elk conflict vloeit voort uit het feit dat twee mensen elkaar nooit helemaal kunnen begrijpen – dat er oncommuniceerbare kanten aan een mens kunnen zijn. Vele mensen zijn zich niet of nauwelijks bewust van de werkelijke oorzaken van de beproevingen die het leven hen oplegt. Zij blijven eenzaam door het onvermogen een brug te slaan naar de ander, door wie hun hele leven soms wordt bepaald. Velen zijn niet verdrietig om dit onvermogen, zij leven gewoon verder, alsof dat punt van communicatie een onbelangrijke zaak is.
Het probleem van de mededeling of niet-mededeling van het verleden of het vreemde is dat het mij voor het dilemma plaatst: als ik het niet meedeel heb ik het gevoel de ander niet te benaderen; als ik het wel meedeel breng ik net het vreemde in het midden.
De basissituatie is dat problemen tussen de mensen ontstaan uit de moeilijkheid van het aanvaarden van die vreemdheid. Een oplossing is slechts mogelijk doordat ik de ander oproep zich in zijn eigen vreemdheid bloot te geven. Vanuit zichzelf kan de ander dat moeilijk door bovengenoemd dilemma van het zeggen of niet-zeggen. Waarom niet? Omdat het betekent dat de ander zich afhankelijk maakt. Net zoals ik mij afhankelijk maak. Nochtans, om iemand geven – toch om iemand geven vanuit de eigen beslissing – houdt in dat ik de voorwaarden moet aanvaarden waaronder dat mogelijk is. Het probleem en de tragiek van een streven naar zelfverwezenlijking zijn dat ik mij daardoor onafhankelijk wil op stellen. Het is een krankzinnige onafhankelijkheidsbehoefte waarin ik een verhouding wil en géén verhouding. Ik wil van iemand houden en tegelijk niet aanvaarden dat die is wie hij is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten