zondag 18 januari 2009

Op een buitensporig duidelijke dag


Op een buitensporig duidelijke dag,
Dag waarop men zin heeft veel gewerkt te hebben

Om daarop juist niet te werken,

Zag ik een glimp, gelijk een weg tussen de bomen,

Van wat wellicht is het Grote Geheim,

Dat Grote Mysterie waarvan de onechte dichters spreken.


Ik zag dat er geen Natuur is,

Dat Natuur niet bestaat,

Dat er bergen zijn, valleien, vlakten,
Dat er bomen zijn, bloemen en grassen,

Dat er stenen zijn, rivieren,

Maar dat er geen geheel is waartoe dit behoort,

Dat een ware, werkelijke samenhang

Een ziekte van ons denken is.


De Natuur bestaat uit delen zonder een geheel.

Misschien is dit dat zogenaamd mysterie waar ze het over hebben.


Dit was wat ik zonder denken of bij stilstaan

Begreep dat de waarheid moest zijn, de waarheid

Die allen uit vinden gaan zonder te vinden

En die ik alleen, omdat ik niet uit vinden ging, gevonden heb.


[Alberto Caeiro, uit O guardador de rebanhos (de hoeder van kudden), XLVII, 1914]

1 opmerking:

Argi zei

Hello from Macedonia, Greece
Nice Blog