Een belangwekkende theorie werd verkondigd door de neuropsycholoog Karl Pribram, die een oplossing vond voor het verschijnsel dat bij hersenenbeschadigingen specifieke herinneringen niet worden uitgewist, of dat andere delen van de hersenen bepaalde functies kunnen overnemen (het zogenaamde vicariaat). Pribram voerde het model van het hologram in. Een hologram is een fotografische plaat waarmee men driedimensionale beelden kan produceren. Het bijzondere hiervan is dat elk stukje van de plaat de volledige informatie van de hele plaat bevat. Op analoge wijze zouden de hersenen informatie uit de buitenwereld, bestaande uit golfpatronen (licht, geluid en dergelijke) opslaan. Deze informatie is niet ergens gelokaliseerd in de hersenen, omdat ieder deel van de hersenen holografisch de informatie van het geheel vertegenwoordigt. Pribram werpt met deze theorie een nieuw licht op het idee van gestalt-psycholoog Wolfgang Köhler, die een isomorfie (gelijke structuren) veronderstelde tussen de wereld om ons heen en de hersenen. Deze isomorfie bestaat nu volgens Pribram op basis van golfpatronen. Hij kwam hiermee in aanraking met de ideeën van fysicus David Bohm, die een theorie over de impliciete orde had ontwikkeld.
Belangrijk is Pribram’s conclusie:
“Het is niet zo, dat de wereld van verschijnselen onjuist is; het is niet zo, dat er in de wereld om ons heen op een bepaald niveau van werkelijkheid, geen objecten bestaan. Het is alleen zo dat je, wanneer je het universum met een holografisch systeem doordringt en bekijkt, op een andere werkelijkheid uitkomt, één die dingen kan verklaren die tot dusverre wetenschappelijk onverklaarbaar waren: paranormale verschijnselen ... synchroniciteit, de blijkbaar zinvolle coïncidentie van gebeurtenissen.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten