zondag 25 januari 2009

De Geest in de Machine


Het placebo-effect, de meervoudige persoonlijkheid-stoornis, en spontane genezingen geven ons belangrijke aanduidingen omtrent “de krachten die werkzaam zijn in vis medicatrix naturae.” Een van de zaken die erdoor worden aangetoond is dat om de natuur van de zelf-genezende intelligentie van het lichaam te begrijpen, we de natuur van de psyche en de relatie tussen psyche en lichaam dienen te begrijpen. Wanneer geloof, of wat we zouden kunnen noemen ‘een stabiele toestand van kennis’ betrokken is, vertoont de psyche een onredelijk vermogen om fysiologische gevolgen te veroorzaken. Als we echter trachten de mechanismen te begrijpen die ‘kennis’ in genezing omzetten, stuiten we op de beperkingen van het onderliggend theoretisch model van de allopatische geneeskunde.

De betrekkingen tussen psyche en lichaam is een eeuwenoud raadsel. Eeuwenlang werd de geneeskundige praktijk beïnvloed door de conceptuele erfenis van Descartes – de dualistische opvatting van psyche (geest) en lichaam. Descartes zag geest en lichaam als twee gescheiden substanties: res cogitans is een denkende substantie die niet uitgestrekt en ondeelbaar is, en res extensa dat alle fysische substanties omvat, die uitgestrektheid in de ruimte bezitten, deze kunnen gemeten en geanalyseerd worden, en bestaan onafhankelijk van res cogitans. In dit model functioneren de menselijke lichamelijke functies volledig onafhankelijk van de geest. Het menselijk lichaam, schrijft Descartes, is een machine opgebouwd uit beenderen, spieren, aderen, bloed en huid, en dit alles samengesteld “op die wijze dat zelfs als er geen geest in huisde, het nog steeds alle operaties zou uitvoeren die ... niet afhankelijk zijn van het bevel van de wil, noch daarom van de geest.”


Ofschoon Descartes de geest en het lichaam als twee afgescheiden wezenlijkheden beschouwde, ontkende hij niet het vermogen van interactie. De vertaling van een mentale impuls in een fysiologische actie is zo gemeengoed dat we er zelfs niet bij stil staan. Als ik beslis een glas water te nemen, strek ik mijn arm automatisch en neemt mijn hand het glas. Echter vanuit het gezichtspunt van het dualistisch model is dit een onverklaarbaar fenomeen. Hoe kan een niet-fysische substantie invloed uitoefenen op een totaal afgescheiden fysische substantie? Descartes stelde voor dat de geest en het lichaam inwerken op elkaar via het kleine deel van het brein gekend als de pijnappelklier, maar hij verwaarloosde de vraag te beantwoorden hoe de niet-fysische geest op de pijnappelklier inwerkt.

Ondanks de duidelijke tekortkomingen hebben varieties van deze dualistische opvatting omtrent lichaam en geest de medische praktijk beïnvloed in de eeuwen na Descartes. Oude Griekse artsen benadrukten dat sommige klachten van patiënten hun oorsprong hadden in mentale factoren, maar na Descartes werd de geest elke rol ontzegd in het ziekteproces. Het Cartesiaanse dualisme beïnvloedde het biomedisch model dat vandaag nog steeds algemeen wordt aanvaard. Volgens dit model zijn fysische stoornissen aandoeningen veroorzaakt door een verstoring van fysiologische processen, die op hun beurt veroorzaakt worden door bacteriële of virale infectie, biochemische wanverhoudingen, kwetsuren, etc. De geest of de psyche is geen bijdragende factor.

Het dualistisch model van lichaam en geest had te veel gebreken om onaangevochten te blijven, en vele alternatieve modellen werden sindsdien voorgesteld. In de twintigste eeuw, begon de wetenschappelijke gemeenschap de geest of de psyche op te vatten als een product van de interactie met de materie. In dit materialistisch model worden mentale processen verklaard met verwijzing naar zuiver fysische principes – een gedachte is het eindresultaat van een complexe interactie van neurofysiologische processen.

“[Y]our joys and your sorrows, your memories and your ambitions, your sense of personal identity and free will, are in fact no more than the behavior of a vast assembly of nerve cells and their associated molecules.” Zegt wetenschapper Francis Crick, die de Nobelprijs deelde voor de ontdekking van de structuur van het DNA. Maar als de geest of de psyche enkel de uitkomst is van fysiologische factoren, dan is er weer geen duidelijke reden waarom het een rol zou spelen in het ziekteproces. Hoe kan iets een doorslaggevend invloed uitoefenen op dat waarvan het zelf een product is?

Het verband tussen mentale factoren en de ontwikkeling van ziekte is echter onmogelijk te negeren. Onderzoekers zoals Dr. Hans Selye die het stress-concept introduceerde, en Franz Alexander, die het begrip psychosomatische ziekte introduceerde, zijn enkele van de vroege pioniers die trachten de mechanismen te identificeren waardoor mentale factoren tot fysiologische ziekte leiden. In de laatste 30 jaar namen onderzoekers in het multidisciplinaire veld van de psychoneuroimmunologie het voortouw in deze pogingen. Dit nieuw onderzoeksgebied focust op het samenspel van psychosociale acties, breinprocessen, en het immuunsysteem.

Bijna overal waar zij keken, vonden onderzoekers duidelijke evidenties die psychologische factoren verbonden met ziekte. Wanneer een willekeurige groep mensen bloot staan aan dezelfde infectueuze agens, zoals een virus of streptococci bacteriën, ontwikkelt slechts een vijfde van hen werkelijk symptomen van besmetting. Hartziekten blijken meer voorkomend bij individuen die een hoge graad van woede, vijandigheid, en cynisme koesteren. Depressie, gevoelens van wanhoop, of onderdrukte negatieve emoties kunnen een predispositie vormen voor kanker. Mensen met een pessimistische uitdrukkingsstijl, die er toe neigen zich met schuldgevoelens te beladen voor negatieve gebeurtenissen en de gevolgen van deze gebeurtenissen als langdurig en indringend beschouwen, ervaren een verminderde gezondheid wanneer zij de midlife leeftijd bereiken. Sociaal isolement lijkt bijzonder kwetsend te zijn, het speelt een rol in de ontwikkeling van een breed scala van ziekten, inclusief hartaandoeningen, kanker, depressie en arthritis.

Met andere woorden, stresserende omgevingsfactoren zijn niet de enige factoren die de gezondheid beïnvloeden. Interne ‘stress’ in de vorm van negatieve emoties of gevoelens van eenzaamheid, spelen eveneens een rol. Eenvoudig in een goede psychologische gezondheid verkeren zou wel eens een van de beste beschermingen kunnen zijn tegen ziekte.

Geen opmerkingen: