Volgens Hindoes bestaat naast het fysieke lichaam een astraallichaam, dat dezelfde ruimte inneemt als het stoffelijk lichaam en ermee verbonden is door een koord dat bij overlijden breekt. De levensenergie, prana, stroomt door dit astrale lichaam via duizenden kanalen – nadi’s – die zeven energiecentra of wielen van licht, chakra’s genaamd, met elkaar verbinden. Gezondheid en bewustzijn kunnen worden beheerst door het stromen van prana te reguleren met behulp van pranayama (ademhalingsoefeningen), asana's (yogahoudingen) en meditatie. Normaal gesproken beweegt het merendeel van onze prana zich door de nadi's Ida en Pingala, die door respectievelijk het linker- en, het rechterneusgat lopen en respectievelijk verkoelende maanenergie en verwarmende zonneenergie bevatten. Yogi's beweren hun bewustzijnsniveau te kunnen beheersen door hun adem, en dus het stromen van prana, minutieus te reguleren door diepte en ritme en gebruik van de neusgaten in hun ademhaling te variëren. Bij een bepaalde vorm van yoga, 'koendalini-yoga', past de yogi ademhalingstechnieken en meditatie toe om de scheppende vrouwelijke energie (koendalini) te mobiliseren die in alle mensen – mannen en vrouwen – sluimerend aanwezig is. Deze energie wordt gesymboliseerd door een slapende slang die, ineengerold rond de onderste chakra, onderaan de ruggengraat ligt. De yogi probeert innerlijke warmte te creëren, waardoor de slangenkracht uit zijn slaap ontwaakt, via de centrale nadi langs de ruggengraat oprijst, op zijn weg elke chakra ,doorboort en hun. energie in zich opneemt, en zich ten slotte verenigt met de mannelijke energie van de kruinchakra aan de bovenkant van het hoofd. Koendalini kan worden ervaren als een elektrische lading die in een flits van onder naar boven door de ruggengraat schiet, en bij succes resulteert in een hogere bewustzijnstoestand waarin alle illusies zijn opgeheven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten