De verre heuvels maken
trage bogen aan de einder
en het kopergele koren
blikkert in de zon
langsheen de open velden
door het eeuwig groen der weiden
loopt het oude wagenpad zijn weg
doorheen de mulle grond
en onder in het dal
tussen het groene loof der eiken
ligt het kleine dorp verscholen
als in een oud verhaal
witgekalkte gevels
zoete geuren van jasmijnen
alsof er nooit iets was veranderd
en de tijd had stilgestaan
De dorpstraat ligt verlaten
in de schaduw van de huizen
alleen een trage fietser
maakt krassen in het grint
door de openstaande ramen
komt de geur van de fornuizen
het gefluister van de vrouwen
of het schreien van een kind
en over de bruine velden
trekken traag de brede paarden
langs de flanken van de heuvels
plooien in het warme zand
de boerenlijven buigen
over de verse aarde
alsof de grote meester Breughel
ze daar had neergeplant
En hoog over dit alles
klinkt een zachte melodie
als een teken van de verre overkant
de stilte van het land
Hier leeft men met de eenvoud
maar toch als kleine goden
op het ritme der seizoenen
een vredevol bestaan
met regen zon en wind
als trouwe bondgenoten
bewerkt men er de aarde
zoals men eeuwen heeft gedaan
alsof de grenzen tussen heden
en verleden zijn verschoven
alsof er nooit iets was veranderd
en de tijd had stilgestaan
Want hoog over dit alles
klinkt een zachte melodie
als een teken van de verre overkant
de stilte van het land
de stilte van het land
De stilte van het land / lied van Zjef Vanuytsel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten